mei 6, 2016
Vandaag mag ik komen kijken hoe el jefe zijn toña’s (spreek uit: tonja’s) bereid. Toña is een regionaal zoet broodje, wat alleen in (de omgeving van) Castalla wordt gemaakt. De wijze waarop Pedro ze maakt verschilt weer van andere bakkers in het dorp. Het recept voor de tonã’s is van zijn oma van zijn vaders kant. Pedro is de laatste in de familie die dit recept maakt. Er gaan in ieder geval water, meel, ei, suiker, gist en citroenschil in. De rest van het recept is geheim, “La recetta secreto”, zegt hij lachend. Hij weet niet precies hoe oud het recept al is, maar het zal zeker 200 jaar oud zijn en misschien al langer. “Es muy muy antigua.”
Het deeg rijst in een grote teil, waarna Pedro het kneedt en in stukken verdeeld, die hij keurig afweegt in porties van 125 gram. Hij draait ze kundig tot een bol op de RVS tafel die hij heeft ingesmeerd met olie. Vervolgens drukt hij afwisselend aan de onderkant een soort holte of hij maakt juist een soort uitstulping. Het eindigt altijd in een mooi gevormde bol, die hij op de bakplaat plaatst en met zachte precisie iets plat drukt.
Tijdens de siësta kunnen ze mooi 35-40 minuten rijzen, dan gaan ze beslist de oven niet in, zegt Pedro. Na het slapen wordt het deeg bestreken met ei en worden ze in circa 15-30 minuten afgebakken in de oven, die achterin de piepkleine, zeer nette en schone keuken staat. Thuis heeft Pedro een houtgestookte steenoven, waar hij wel eens toña’s in bakt. Trots laat hij foto’s zien.
De houtoven van Pedro (foto’s: Pedro Galvan)
Na vijven kunnen we de toña’s proeven. De bollen staan fier en stevig overeind te pronken in de kleine plastic vitrine op de bar. Bestoven met poedersuiker, waarin het symbool van La Sucrera is gestreken: een mooi patroon in de vorm van een spiraal, wat verwijst naar de porras. Na het doorsnijden van de toña komt een veerkrachtig en zacht gistdeeg tevoorschijn. De smaak? Denk aan ons kerstbrood, maar dan van hoge kwaliteit en niet droog. Vers, mals, eenvoudig, maar oh zo lekker. Dat smaakt naar meer. We verorberen er nog één, onder het genot van de laatste slokjes caracillo – want die beviel goed gister.
In eerdere artikelen schreef ik over de churros en porras van La Sucrera, een xurrería in Castalla, een dorp in de bergen bij Alicante aan de oostkust van Spanje.
Xurrería La Sucrera
Calle Dr. Sapena 9, Castalla (Alicante), Spanje.
mei 6, 2016
De Spanjaarden zijn nog steeds dol op hun slaapje ’s middags. Na al minstens vijf keer voor een dichte deur gestaan te hebben, hebben we het nu eindelijk door. In januari hingen er nog geen openingstijden, dus het was elke keer een gok. Nu hangt er een bordje en weten we: open tot twee uur, en ná vijf uur. Met een beetje geluk hebben ze nog een paar churros over, “maar die eet je eigenlijk gewoon ’s ochtends (mañana), dan zijn ze op hun best.” zegt Pedro streng, maar vriendelijk.
Pedro is de eigenaar van La Sucrera, een eenvoudige xurrería in Castalla, een dorp in de bergen bij Alicante aan de oostkust van Spanje. La Sucrera is, zoals de naam al verklapt, gespecialiseerd in het maken en verkopen van churros. Het is een kleine zaak met bar, meerdere tafeltjes en sinds kort ook een terras. La Sucrera serveert meerdere soorten koffie, infusies, thee, chocolate (de échte Spaanse chocolademelk; met de dikte van vla), chupitos de licor, bier en daarbij allerlei hapjes, van zoetigheden en tostada con mantequilla tot tapas zoals caracoles (slakjes van de campo – het platteland – met kleine pepertjes, guindillas) en gebakken bloedworst (sangre frio).
Churros con azúcar
Churros con chocolate
La Sucrera is een echt familiebedrijf. Eigenaar Pedro, zijn vrouw Carmen, hun dochter Mari Carmen, Maria Jesús – de zus van Pedro – en werknemer Pau. Alles wordt gemaakt met natuurlijke ingrediënten, van de pan con tomate, toña’s tot de churros y porras. Pedro gebruikt geen conserveermiddelen en kleurstoffen. “Nuestros productos son artsenal.” benadrukt Pedro – “onze producten zijn ambachtelijk”. De hele conversatie verloopt in het Spaans. Want Engels, dat spreken ze hier nauwelijks, al doen ze flink hun best. Geweldig avontuur dit, goed om mijn Spaans te oefenen.
La Sucrera: Mari Carmen, Pedro, Carmen, Maria Jesús en Pau.
Carajillo
Naast de bekende café solo, cafe con leche en cortado, bestel ik dit keer een carajillo. Pedro lijkt er veel plezier aan te beleven dit voor mij te bereiden. Carajillo is een klein glaasje koffie met één derde Spaanse brandy (Terry), citroenschil, een stukje pijpkaneel, en een zakje azúcar moreno. Eerst wordt het geheel verwarmd met de melkopschuimer. Dan wordt de brandy aangestoken en voortdurend geroerd met een lepel. Vervolgens gaat er nog espresso bij. Een kruidig en sterk drankje is het eindresultaat.
Pedro maakt een carajillo
Soy churrero
Pedro is churrero van beroep, dat is zijn specialiteit. Prachtig is dit, een beroep wat we in Nederland niet eens kennen! Naast churrero is hij ook banketbakker. Hij maakt bollería, een wisselend assortiment aan zoete broodjes – wat in het Frans ook wel viennoiserie wordt genoemd. “Tartas? No.” Wij gaan voor een soort koffiebroodje, con crema y pasas: gevuld met een beetje room en rozijnen. Lekker.
De volgende dagen mocht ik komen kijken hoe toña’s en porras gemaakt worden. Klik op de links om deze artikelen te lezen.
Rest mij te zeggen: ben je eens in Alicante of omstreken, een bezoekje aan Xurrería La Sucrera in Castalla beveel ik van harte aan. Je kunt hier heerlijk in alle rust aan de bar genieten en je Spaans oefenen of lekker mensen kijken tijdens de topdrukte tijdens de spitsuren, wanneer in hoog tempo porras of churros naar binnen worden gewerkt. De gastvrijheid hier is hartverwarmend en het eten ook. Pedro besluit met: “Me gusta cocinar…” – “Ik houd van koken… en van het opeten.” terwijl hij lachend over zijn buik wrijft.
Xurrería La Sucrera
Calle Dr. Sapena 9, Castalla (Alicante), Spanje.
apr 4, 2016
Vaak zijn de plekken waar je het niet van verwacht, het allerleukst. Alicante, gelegen aan de oostkust van Spanje, is een waar eetparadijs. Het leent zich makkelijk voor een fijne wandeling: je slentert wat rond en het is verrassend hoeveel leuke eetzaakjes er in de straten verstopt zitten.
Mercado Central
Of je nu in een Spaans dorp of stad komt, nagenoeg overal is een overdekte markthal, dus ook in Alicante. Vooral leuk als je in je verblijf beschikt over een kookgelegenheid, zodat je ingrediënten kunt kopen om zelf een maaltijd te bereiden. Maar iets lekkers voor onderweg of thuis kan natuurlijk ook. Deze mercado heeft twee verdiepingen. Boven vind je een grote afdeling met voornamelijk carne. Denk aan alle delen van het dier (van kop tot staart) maar ook allerlei soorten worst, een bescheiden collectie kaas – let voor de grap eens op, “Nederlandse” Edammer en Gouda kaas is er altijd! – en gedroogde vis zoals mojama, gedroogde gezouten tonijn. Beneden is de verse visafdeling. Wil je wat kopen, kijk dan waar veel mensen staan en waar het fris ruikt en de vis mooie heldere ogen heeft. Bij een bepaald deel rook het namelijk wat minder fris. Je kunt hier terecht voor vele soorten, denk aan merluza (heek), sálmon (zalm), sardines, boquerones (verse ansjovis) en de mooiste mariscos (zeebeesten) zoals langoustines. Wil je eens voordelig allerlei soorten vis uitproberen, doe dit dan beslist in Spanje. In een ander deel van de hal zijn de mooiste groenten en fruit uitgestald, en wat allerhande andere producten, zoals peulvruchten, noten, zuidvruchten en heel grappig, bijna kneuterig; eieren in allerlei soorten en maten, gepresenteerd in mandjes. Ook tref je er kleine panaderia en pastelería, die brood en allerlei soorten koekjes verkopen. Opvallend in Spanje is het aandeel sin azúcar, zonder suiker, wat veelal gezoet wordt met maltitol. De sfeer is hier wat rauwer dan in de mercado central van Valencía. In Alicante is het allemaal wat kleiner, donkerder en voel je je de enige toerist. Zeker als je zo’n markthal nog nooit hebt gezien, is het erg leuk om eens mee te maken.
Tres semillas
Loop Mercado Central uit en in een van de straatjes schuin tegenover tref je al Tres semillas, een leuk zaakje dat vegan taarten verkoopt. De taarten komen over als homemade, niet strak als bij een dure patisseriezaak, maar het ziet er goed uit en smaakt lekker. Ik proefde de sachertorte met aardbei, van zachte cacao(cake)biscuit, met een laagje aardbeienconfiture in het midden en afgestreken met ganache. Ik moet bekennen dat ik hem lekkerder vond dan de sachertorte in Wenen. Ook deze dames verkopen taartjes sin azúcar, zoals bladerdeeg met plakjes appel en gezoet met een beetje agavesiroop (uiteraard wel een vorm van suiker, maar geen kristalsuiker) en een chocoladehartje gezoet met maltitol. Het chocoladehartje bevat een hele compacte chocolademousse en is vooral vers lekker. Ik had nog een stukje mee naar huis, en de smaak wordt de volgende dag wat minder. Dus geniet er meteen van, dat kan binnen of voor de deur op het terras met een sapje of café solo – espresso, zeer betaalbaar in Spanje. Of neem de lekkere aardbeientaart mee naar huis (ook de volgende dag nog lekker) waarmee eigenaresse Belinda poseert. De vulling doet aan kwark denken en is gemaakt van onder andere plantaardige room, aardbei en citroen. Zeer sympathieke plek met aardige dames en lekkere taartjes, wat wil je nog meer?
Tres semillas Avenida Constitución 16, Alicante.
Bollería Dorita
Veel zaken zijn ‘s middags in Spanje gesloten, zo ook deze bakkerij. Maar wat er in de vitrine stond zag er niet te versmaden uit.
Calle Bazán 36, Alicante.
Sudeste – The new food generation
Een prachtige zaak, met mooi vormgegeven logo dat binnen groot en sierlijk op de muur staat in een industrieel interieur met veel gerecycled hout. Sudeste, wat zuidoost betekent, heeft een kleine kaart met originele gerechten voor aardige prijzen. Hier eet je stylish, want de gerechten zien er mooi uit, maar zonder een opgeprikt gevoel, zittend op krukken aan de bar of aan hoge tafels. Een aantal gerechten van de kaart: tartaar van avocado, sesam en amandel, salades, hamburgers, Smørrebrød met mierikswortel, bladgroenten en eetbare bloemen, taco’s gevuld met confijte eend met sinaasappelsalsa en chipotle en eenvoudige desserts zoals fruit met yoghurt en honing – voor aardige prijzen. Ook kun je speciaalbiertjes en Fritzkola bestellen. Sudeste is maatschappelijk betrokken, want ze verkopen zelfs een plato solidario, een gerecht waarvan de winst naar een sociaal doel gaat. Helaas was mijn buik nog vol van de taartjes bij Tres semillas, maar het zag er allemaal erg lekker uit en het personeel was vriendelijk.
Sudeste Calle Bazán, 34, Local 1, Alicante.
Fran Segura Chocolab – pastelería artesanas
Dit is een voorbeeld van een aangename verassing waar Alicante vol mee zit. Ongepland kwam ik deze zaak tegen tijdens onze wandeling. De prachtige taartjes van patissier Fran Segura staan al voor je klaar in de vitrine met prachtige namen als amarillo (geel); een strak vierkant citroentaartje van eenvoudig (cake)biscuit met een laagje bovenop dat knalde van de kleur én smaak: citroen en een minimacaron met kokossmaak. Heerlijk. Zijn doel is eenvoudig gebak aan te bieden met een ingewikkeld concept. Interessant. Aan de wanden kun je een zakje volscheppen met notenrotsjes of geconfijte sinaasappel gedoopt in pure chocolade. Ook verkopen ze vierkante chocoladetabletten met sinaasappel of andere decoraties, stuk voor stuk prachtig om te zien en leuk om cadeau te geven. Wederom prettig geprijst, en de dame in de winkel (Andrea) is erg vriendelijk. Jammer dat mijn vocabulaire Spaans nog wat beperkt is, maar met handen en voeten kwamen we er ook wel uit.
Fran Segura Chocolab. Calle del teatro 14, Alicante.
Calle San Francisco
Deze straat loopt tussen twee mooie pleinen, is voetgangersgebied en heeft surrealistisch grote paddenstoelen waar je onderdoor loopt. De straat zit barstensvol met interessante eetzaakjes, ik noem er een paar:
Fläkta Natural
In de vitrine staan lollypops in alle kleuren van de regenboog en een even breed assortiment aan smaken. Een ijslolly kost maar €1,90 en is voor een klein bedrag naar wens uit te breiden met verschillende dips en toppings. De ijslolly frambuesa, framoos, was verrassend lekker. Het was sorbetijs, maar was totaal niet hard en ijzig maar tussen waterijs en roomijs in – erg smaakvol en fruitig.
Fläkta Natural Calle San Francisco 50, Alicante. Locatie Google Maps
Mery Croket
In dit zaakje kun je maar liefst elf (!) soorten croketas kopen met smaken waarvan het water je in de mond loopt. Daarnaast verkopen ze ook broodjes, drankjes en daggerechten, veelal gebaseerd op groenten.
Mery Croket Calle San Francisco 52, Alicante. Locatie Google Maps.
Laneu Helados Frescos
O wat ziet het er allemaal goed uit – zowel het grafisch ontwerp en de ijssmaken zoals caramelo ala sal (karamel met zout) – en wat zijn de recensies veelbelovend. Laneau is een ijssalon en verkoopt sorbetijs van biologisch fruit, roomijs en horchata – een drank uit de provincie Valencía op basis van aardamandelen. Jammer dat Lenau net op vakantie was toen wij langskwamen.
Laneu Helados Frescos Calle San Francisco 12, Alicante.
Calle Chicos!
Calle San Francisco zit vol met tapaszaken, dus kies er eentje aan die je aanspreekt. Opvallend is Calle Chicos, waar mensen buiten aan een soort loket staan te genieten van hun tapas en koude caña (biertje).
Calle Chicos! Calle Sanfranciso 20, Alicante.
Praktisch
Alicante is bereikbaar via het vliegveld van Alicante, bijvoorbeeld met Transavia en Vueling.
Kom je met de auto?
Zet je auto dan in parkeergarage Alfonso El Sabio, die zich pal naast Mercado Central bevind. Het fijne is dat deze parkeergarage per minuut rekent en dat voor maar 2 cent per minuut, oftwel €1,20 per uur midden in de stad. Ook zijn er gratis opvallend schone toiletten. Vanaf hier is alles goed bereikbaar te voet.
Avenida de Alfonso X El Sabio, Alicante.
Locatie: https://goo.gl/maps/C6vRy9jHFBq
Alicante is een aanrader om eens naar toe te gaan, en is gemakkelijk te combineren met een bezoek aan het prachtige binnenland of andere kustplaatsen. Het is vooral de kunst om te kiezen voor de niet zo toeristische plekken aan de Spaanse Costa Blanca.
mrt 31, 2016
Krombekken, kievitsbonen, adukibonen, belugalinzen en grauwe erwten. Voor de oudere generatie zijn sommige niet vreemd, maar de doorsnee Nederlander heeft er nog nooit van gehoord. Als je vraagt of iemand wel eens bonen eet, wordt je vies aangekeken. Een mooie reden dat 2016 door de Verenigde Naties uitgeroepen is tot year of the pulses (peulvruchten). Maar wat moet je er nou eigenlijk mee?
Bonen op de markt: Mercado Central in Valencia, Spanje.
Er wordt veel gesteggeld over de indelingen en wat nu wel en geen peulvruchten of bonen zijn. Uiteindelijk zijn het allemaal peulvruchten, zolang ze maar van de vlinderbloemigen (Fabaceae of Leguminosae) afkomen. Het grote verschil zit hem in de voedingswaarde, en daarin maak ik het liefst het onderscheid. Toevallig is dit makkelijk op te delen in vers en gedroogd:
Vers; doperwten, kousenband, peultjes, sperziebonen, snijbonen, sugarsnaps en tuinbonen.
Gedroogd; adukibonen, bruine en witte bonen, cannellinibonen, flageolets, grauwe en groene erwten, kapucijners, kidneybonen, kievitsbonen (borlotti), kikkererwten, limabonen (ook wel boter- of olifantsbonen), linzen, mungbonen, pintobonen, spliterwten, tuinbonen, zwarte bonen, zwarte oogbonen (waarvan de Engelse naam veel leuker is: black eyed peas), spliterwten. Veel gedroogde bonen zijn ook te koop in gekookte vorm in blik of pot, al dan niet met toevoegingen zoals zout of zelfs saus – zoals bij witte bonen in tomatensaus of kidneybonen met chilisaus.
Kievits- of borlottibonen. Foto: Annemieke Dubbeldeman.
Verse peulvruchten worden vaak gezien als groente en bevatten niet veel eiwit. Ook wordt in de meeste gevallen de volledige peul met de zaden (de peulvruchten) gegeten. Een uitzondering hierop zijn doperwten en tuinbonen, al is men in Turkije en Griekenland bijvoorbeeld wel behendig in het lekker klaarmaken van het hele geval, mits jong geoogst. Gedroogde bonen zijn juist wél eiwitrijk en worden niet als groente gezien, maar als “bonen”. Er bevinden zich ook nog wat soorten op het grensvlak. Onno Kleyn vertrouwde mij toe verse kievitsbonen te hebben gegeten en verse witte bonen in Frankrijk, die we in Nederland vooral gedroogd kennen. Bij tuinbonen is het precies andersom: die eten we vers, maar kun je ook gedroogd kopen. Edamame zijn jonge groene sojabonen, te koop met en zonder peul, vers of in zakken uit de diepvries van de toko. Lekker – zo uit de peul met wat zeezout – of zonder peul in de curry. De gedroogde, oudere en daardoor lichtbruin gekleurde sojaboon wordt niet snel in een gerecht gebruikt maar wel breed toegepast in allerlei industrieel vervaardigde producten zoals in sojamelk -yoghurt en -room, tofu, meel en gefermenteerd in sojasaus zoals ketjap en tamari, miso (sojabonenpasta) en tempeh. De pinda is een vreemde eend in de bijt, want deze peulvrucht is vermomd als noot. Tot slot hebben we nog kiemen van gekiemde bonen, zoals taugé (mungboon). Volgens bonenkenner Joke Boon (ja, zo heet ze écht!) zijn kiemen vooral lekker van kleine boontjes, zoals laatstgenoemde en linzen.
Gedroogde witte olifantsbonen
Met pulses worden alleen de gedroogde bonen bedoeld, en niet de verse peulvruchten of de andere bovengenoemde toepassingen. De reden dat de Verenigde Naties gedroogde peulvruchten in het zonnetje zet en de productie en handel ervan wil stimuleren, is een hele logische. Zoals gezegd bevatten veel soorten een hoop eiwit, maar daarnaast ook veel vezels, vitamines en mineralen. Kleine wondertjes dus, maar gek genoeg behoorlijk ondergewaardeerd. Gedroogde peulvruchten zijn goedkoop en lekker, en kunnen veel betekenen voor mensen in ontwikkelingslanden, maar ook gewoon in Nederland. De keuken in dus!
Around the world
In veel keukens op onze aardbol zijn gedroogde peulvruchten goed ingeburgerd. Het laat ook meteen de veelzijdigheid ervan zien, bijna oneindig.
Spanje Espinacas con garbanzos a la Andaluza; spinazie met kikkererwten, knoflook, komijn en sherryazijn of Habas fritas con sal; gefrituurde tuinbonen met zout als snack, te koop in een zakje, net als pinda’s
Italië ribbolita soep met cannelinibonen en cavolo nero. Of heel simpel, gekookt met een straaltje goede olijfolie en een snufje zout
Griekenland in soepen, salades en stoofschotels of als bijgerecht, zoals de olifantsbonen, Yígantes
Turkije Leblebi, geroosterde kikkererwten als snack
Midden-Oosten falafel, hummus
Mexico Enfrijoladas, tortilla’s met zwarte bonensaus
Suriname BB met R – bruine bonen met rijst en rotiplaat met dal (gele spliterwten of linzen)
Cariben zwarte bonensalade met mango, papaja, limoen, Spaanse peper en amandel
VS zoete bean pie met witte bonen, specerijen en gecondenseerde melk
India dal; vaak linzen of spliterwten, nog heel of tot een dikke saus gekookt en op smaak gebracht met allerlei kruiden en specerijen, geserveerd met rijst of platbrood en groenten, of in een curry
Japan (Sakura) Mochi; zoete zijdeachtige ongebakken zachte koekjes van kleefrijst(meel) met een vulling van adukibonen
Mochi, ook verkrijgbaar met vulling van adukibonen bij Cha No Ma in Wenen, Oostenrijk.
In Nederland houden we het simpel, maar dat hoeft niet minder lekker te zijn. Denk maar aan kapucijners als onderdeel van een rijk captains dinner, een chili con of sin carne (van oorsprong niet Nederlands, maar veel gegeten – net als een curry in Engeland) en ook met witte bonen in tomatensaus weten we wel raad. Sommige mensen eten deze jongens het liefst gewoon zo – maar met enkele simpele toevoegingen zet je er fantastisch lekkere gerechten mee op tafel.
Van start
Dat smaakt naar meer, niet? Moeilijk hoeft het niet te zijn. Wil je eenvoudig beginnen, zoek dan eens online op recepten. Voor de echte bonenbeginner zijn de receptenzoekers van Allerhande en het Voedingscentrum erg toegankelijk. Je kunt op deze sites ook nog voorkeuren aangeven, bijvoorbeeld hoe snel je klaar wilt zijn. Nóg leukere en lekkerdere recepten vind je op vegatopia.com en degroenemeisjes.nl Op okoko.nl vind je veel recepten van bekende chefs en uit kookboeken. Zoek op alle sites eenvoudig op “bonen” (of een specifieke soort) en klaar is kees.
De smaak te pakken
Heb je de smaak te pakken, wil je handige tips en instructies, meer diepgang en goede recepten? Koop (of leen) dan een boek. Koken uit een boek is fijn: je kunt er doorheen bladeren en hoeft niet op een scherm te turen tijdens het koken. Enkele tips voor boeken met veel bonenrecepten:
Vegatopia – het kookboek boordevol inspirerende recepten zonder vlees en vis, van burgers tot hummus en van burrito’s tot couscous. De pastasalade met limabonen, gegrilde courgette en munt is van mijn hand, evenals het hoofdstuk eiwitten met veel informatie en tips over peulvruchten.
Eet jezelf gezond en Eten als medicijn van Dale Pinnock: eenvoudige kleurrijke gerechten, bomvol smaak en voedingsstoffen. Veel vegetarisch, een beetje vlees en vis: adukibonendip met knapperige crudités, cannelinibonen met boerenkool, knoflook, parmezaan en chili en tonijnsteak met kruidige bonensalade.
Granen, peulvruchten en zaden voor originele gerechten met heerlijke verfijnde smaakcombinaties, zoals pompoen en spinaziesalade met quinoa en zwarte linzen en baked beans met spek, ahornsiroop en laurier.
India – kookboek van Pushpesh Pant, met wel ruim 800 pagina’s (!). Heeft een heel hoofdstuk geweid aan peulvruchten, met maar liefst 59 recepten. Vele varianten van dal en een aantal curry’s, maar ook in de andere hoofdstukken komen veel peulvruchten voor, zoals Khichari met mungbonen – gekookte rijst op smaak gebracht met anijs, laurier en gember.
Over Rot van Meneer Wateetons biedt een bescheiden aantal recepten met bonen, maar ze zijn wel h-e-l-e-m-a-a-l te gek. Maak je eigen miso (je weet niet wat je proeft, zó lekker), zwartebonensaus (met zwarte sojabonen dus, geen zwarte bonen), sojasaus of tempeh. Oer-Hollandse sojasaus behoort ook tot de mogelijkheden, van bruine bonen en rogge. Dé droom van iedereen die graag veel uren – al dan niet experimenterend – in de keuken doorbrengt. Het hele boek trouwens, maar daar kom ik een andere keer op terug.
Verschillende soorten zelfgemaakte miso van Meneer Wateetons tijdens de workshop Fermenteren XL
Wil je de absolute bonenbijbel, schaf dan Bonen! van Joke Boon aan. Joke vroeg zich in 2014 af: “Wat zou ik nu elke dag lusten?” Meteen wist ze het antwoord: bonen en peulvruchten. Dit jaar leverde zoveel lekkere gerechten op, dat ze er een boek van maakte. Haar boek staat bol van de bonen: achtergrond informatie, hoe je bonen weekt en bewaard, waar je ze koopt en natuurlijk hoe je ze klaarmaakt. En dat is niet mis, wat dacht je van: linzentruffels, regenboogsalade, muffins met appel, linzen-ananascake, lupinekoekjes met amandel, tuinbonenspread met geitenkaas, Japanse zoete bonenspread voor op brood en after eight mousse? Een prachtig naslagwerk, al bladerend loopt het water je in de mond en je krijgt meteen zin om alles uit te proberen. Tot slot een mini-interview met Joke met wat nuttige tips:
Welke tip heb je voor het kopen van bonen? “Koop gedroogde peulvruchten bij de mediterrane supermarkt, daar zijn ze goedkoop. Of ga naar de boer zelf! Dat is een heerlijk ritje waarbij je volkomen onthaast. Zie mijn boek voor adressen achterin. Week en kook zelf je peulvruchten, dat is geen moeite, lekkerder en goedkoop.”
Welke eenvoudige tip(s) heb jij voor mensen die wel graag meer bonen willen toevoegen in hun eetpatroon, maar niet zo van koken houden? “Begin met linzen! Die hoef je niet te weken, en zijn zo gaar. Doe ze eens in de salade, maak er hummus van of soep.”
Heb je nog tips voor leuke websites met bonenrecepten? “Op de facebookpagina Bonen post ik met regelmaat weetjes, tips en recepten. En de site van de Blije Boon, dat is de site van het nationaal Bonencomité.”
Welk recept uit jouw boek is het meest toegankelijk voor bonen-beginners? “Misschien wel dat van de witte bonen in tomatensaus met ui en kaas en/of spek. Dat lust ik nou écht iedere dag!”
mrt 25, 2016
Dirty Chai rijstdessert met mango
Lees hier uitgebreid over thee en chai.
2 personen
50 gram pandanrijst
½ mango
200 ml kokosrijstmelk of melk naar keuze
1 zakje Dirty Chai thee (Celestial Seasonings)
1 theelepel kristalsuiker
- Kook de rijst gaar in water volgens de aanwijzingen op de verpakking.
- Snijd intussen de mango in plakjes.
- Leg het theezakje op de gare rijst en giet de melk erover. Zorg dat het zakje onderstaat.
- Zet het vuur hoog tot halfhoog en roer af en toe. Pas op voor aanbranden. Haal na 5 minuten het zakje uit de melk.
- Kook nog circa 5-8 minuten tot de melk indikt en de rijstpap stevig is.
- Schep de rijst in twee schaaltjes, bestrooi met suiker en garneer met de mango.
Dit dessert kun je naar wens ook maken zonder suiker. Het haalt alleen net de smaak iets op waardoor het nóg lekkerder is.