In september 2016 was ik mee naar Zweden voor het Wateetons Wilde Weekend waar we te gast waren bij Edsleskogs Wärdshus van Johan Postma. Het weekend draaide voornamelijk om een Zweeds damhert. We maakten het dier zelf schoon, lieten het besterven, beenden het uit en maakten heerlijke gerechten die we zowel binnen als buiten kookten. Een diervriendelijker stukje vlees bestaat er niet voor zover ik weet. In de Zweedse natuur plukten we wilde bessen en paddenstoelen en we maakten zelfs drank: cider, bier en moonshine.
Cider
Cider maakten we met appels uit de tuin van Johan. Johan verpulpte de appels, wij persten de pulp uit in een perszak (een zak van fijngeweven materiaal, wat grover dan kaasdoek) en voegden de benodigde enzymen en gisten toe. Deksel met waterslot erop en wachten maar. Toen wij weer naar Nederland vertrokken waren, zorgde Johan voor onze cider. Lees: deed al het harde werk zoals het hevelen (filteren van de cider) om deze vervolgens te kunnen bottelen. De volgende Wilde Weekend groep in november mocht proeven van onze cider en die bleek best oké. Maar al te graag had ik hem zelf willen proeven. Eerder proefde ik ook cider gemaakt door Meneer en die vond ik erg lekker, niet te droog, niet te zoet.
Bier
Bier maken is een wat bewerkelijker proces. We begonnen met het zelf schroten van de graankorrels. Probeer het eens, een leuke workout weet ik uit eigen ervaring. Denk aan gecontroleerd rammen op gerstkorrels met een deegroller – want je moet ze pletten, maar vooral niet verpulveren. Dit laatste heeft namelijk een negatief effect op de smaak van je uiteindelijke bier.
We maakten bier volgens brew-in-a-bag: een eenvoudigere methode om bier te brouwen doordat je filteren en spoelen verruilt voor uitlekken en uitknijpen. Stap 2 na het schroten: maischen. De schroot wordt met water en enzymen verhit zodat het zetmeel omgezet wordt in vergistbare suikers wat zich later omzet in alcohol. Het “beslag” moet circa een uur op een bepaalde temperatuur blijven, afhankelijk van je maischschema. Met verschillende tijden en temperaturen beïnvloed je de smaak en helderheid van je bier. Bier maken in een hotel bleek trouwens ideaal. Onder zes dekens bleef het bier tijdens het maischen lekker warm op exact 64 graden.
Stap 3: werk aan de winkel. De warme vloeistof knijpen we uit in de zak waar het bier al in zat. Dan houden we bostel over: alle vaste deeltjes van de gerstkorrels. De vloeistof is de wort en hebben we op smaak gebracht met hop: die zorgt voor de bitterheid in je bier. Koken, af laten koelen. Ons werk is klaar, nu maar weer wachten. Net als de cider bleef het bier in Zweden, dus helaas niet kunnen proeven.
Moonshine
Water, suiker en turbogist. Het begin van alcohol. Zo simpel kan het zijn. Met een refractometer konden we het alcoholpotentieel meten: hoeveel suiker is al omgezet (vergist) in alcohol? Vervolgens hebben we zelf alcohol gestookt door de vloeistof te distilleren. De opbrengst brachten we op smaak met 1) houtsnippers en 2) citroenschil en Zweedse veenbessen – zelf in het wild geplukt! Normaal laat je dit een paar weken staan om de smaak op te laten nemen: macereren. Die avond volgde veel lol en gezelligheid rondom het kampvuur op de Tundra Grill. Je raadt het al: de moonshine overleefde het niet.
Alle recepten voor bovenstaande dranken zijn te vinden in Over Drank van Meneer Wateetons. Het Wateetons Wilde Weekend is er eentje voor op je bucketlist, dus boek hier voor september 2017 (november zit al vol). Meneer geeft ook workshops over Drank, zoals de workshop bier brouwen voor beginners.